Stien van tien

Uitgeverij Zwijsen
ISBN 9789048707119
Omvang 44 pagina’s

pijl2.png
 
 

Stien van tien (2006)

Met illustraties van Marjolein Pottie

Alleen met je moeder samenwonen is meestal gezellig. Ook met Kerstmis, vindt Stien. Lekker samen kletsen, lachen en eten bij de kerstboom. Stien verheugt zich er al op.

Maar haar moeder denkt er dit jaar anders over. Ze is moe, wil geen boom en vindt kerst opeens ‘dure onzin’.

Stien wil het natuurlijk wel vieren. Lukt het haar om een geweldig kerstfeest te regelen?

 

Leesfragment

Geen kerst

Met slome passen loopt mam naar haar toe.

Ze kan de sleutel niet vinden en sjokt terug naar de kamer.

Daar komt ze de sleutel ook niet tegen.

‘Aan het haakje!’ roept Stien hard en duidelijk.

Mam kijkt haar loom aan, met lege ogen.

Stien wijst.

De ogen van mam gaan naar het haakje.

Ze pakt de sleutel en doet open.

Stien omhelst haar moeder stevig.

Haar moeder duwt haar meteen een beetje weg.

‘Je bent koud’, zegt mam.

‘Ik heb vrij’, zegt Stien.

‘Nou wil ik een kerstboom, want het is al bijna kerst.’

‘Rustig, rustig’, zegt haar moeder.

Ze wrijft door haar ogen.

Die zijn helemaal dik van de slaap.

Haar zwarte haar zit vol vette pieken.

Haar moeder vult de waterkoker, pakt een theezakje, twee mokken.

‘Eerst thee’, zegt ze, ‘met een koekje.’

Eindelijk wat gezelligheid, denkt Stien.

Mam doet de keukenkast open.

Geen koek, nergens koek.

In het hele huis is geen kruimel te vinden.

Stien denkt aan alle vorige jaren.

Zij en mam, lekker gezellig, een feestje voor twee, bij hen thuis.

In de middag tv kijken, met zelfgebakken koekjes.

In de avond, de gordijnen dicht, kaasfondue, met allemaal lekkere dingen er bij.

De hele dag chocola eten.

De kerstverlichting in de tuin.

Vooral in de avond is dat zo mooi, zo stralend.

Stien knippert met haar ogen.

‘Wat is er eigenlijk met je?’ vraagt ze.

Haar moeder neemt een hele langzame slok.

‘Ik ben moe’, zegt ze. ‘Gewoonweg doodmoe.’

‘Zal ik dan alleen een kerstboom halen?

Een kleintje, die ik zelf kan tillen?

Ik zoek de doos met kerstspullen wel.

Die ligt ergens op zolder.

Als jij te moe bent, kan ik de boom best zelf versieren.’

Haar moeder zucht.

Ze schudt langzaam haar hoofd.

‘Waarom niet?’ vraagt Stien.

‘Ik wil ook best boodschappen doen.

Dan neem ik het karretje mee naar huis.

We kunnen samen een lijstje maken.

Zetten we al ons lievelingseten er op, chocola en koek met nootjes en kerstbrood.’

Weer schudt mam zo traag haar hoofd.